Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) 15 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The soldiers divided the plunder. De soldaten verdeelden de buit.
The thieves split up their loot. De dieven verdeelden hun buit.
It exploded with a loud noise. Het ontplofte met een luide knal.
And the swans swam around him and stroked him with their beaks. En de zwanen zwommen om hem heen en streelden hem met hun snavels.
It doesn’t matter to be hatched by a duck, as long as you came out of a swan’s egg! Het doet er niet toe, door een eend uitgebroed te worden, als men maar uit een zwanenei gekomen is!
It was happy that the door was open and that it could slip out among the bushes into the newly fallen snow. ’t Was gelukkig, dat de deur openstond en dat het tussen de takken in de vers gevallen sneeuw kon sluipen
and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen
One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather! Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!
for her old grandmother, the only one who had ever loved her, and who had now passed away, had told her that when a star falls, a soul was going up to God want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt