Understand spoken Dutch

Verbs (past participle) 9 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I got suspended.

Ik werd geschorst.

But the poor duckling that had hatched last and looked so ugly was bitten, bumped and fooled by both the ducks and the chickens.

Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.

She just left.

Ze is net vertrokken.

I wonder whether Tom left early.

Ik vraag me af of Tom vroeg is vertrokken.

This inspection must be carried out thoroughly.

Deze inspectie moet grondig worden uitgevoerd.

“Piff! Paff!” it sounded, and the two wild gannets fell dead in the reeds, and the water turned blood red.

“Piefpafpoef!” klonk het juist, en de beide wilde genten vielen dood in het riet neer, en het water werd bloedrood gekleurd.

“I will still sit on it for a bit longer,” answered the duck; “I’ve sat on it for so long already, so I can sit on it for a few more days!”

“Ik zal er toch nog een beetje op blijven zitten,” antwoordde de eend; “ik heb er nu al zo lang op gezeten, en dus kan ik er nog wel een paar dagen op zitten!”

Now it noticed that the door had come out of one hinge and slanted so badly that it could sneak through the gap into the room, and that is what it did.

Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.

In the middle of this there was a duck in her nest, who had to hatch her young; but it almost bored her, it took so long, before the ducklings hatched.

Te midden hiervan zat in haar nest een eend, die haar jongen moest uitbroeden; maar het begon haar bijna te vervelen, zo lang duurde het, eer de jongen uitkwamen.