het zag daarin zijn eigen beeltenis
Het zou al blij geweest zijn als de eenden hem maar in haar midden geduld hadden
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend
Hier dichtbij in een ander moeras zijn enige aardige wilde ganzen, allemaal dames, die evenals jij “kwak!” kunnen zeggen.
Hier lag het de gehele nacht; het was vermoeid en verdrietig.
Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
Hij is zo jong en ziet er zo prachtig uit!
hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit
Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?
Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.
Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
Ik kon ze er maar niet in krijgen; hoe ik ook kwakte, het hielp mij niemendal!
Ik meen het goed met je!
Ik wil niet van mij zelf spreken.
Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken
in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen
Ja, dat is een kalkoenenei!
Ja, er is een nieuwe bijgekomen!