"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the meeting	de bijeenkomst
	the orange	de sinaasappel
	You are next to the table.	Jij staat naast de tafel.
	the history	de geschiedenis
	saw the tall trees still standing	de hoge bomen nog zag staan
	the Second World War	de Tweede Wereldoorlog
	the efforts	de inspanningen
	The man next door lives alone.	De naast de deur woont alleen.
	the glove	de handschoen
	I am from the United States.	Ik kom uit de Verenigde Staten.
	of history	uit de geschiedenis
	the first meeting	de eerste bijeenkomst
	The day after Friday is Saturday.	De dag na vrijdag is zaterdag.
	The woman is kind.	De vrouw is vriendelijk.
	Are you going to attend the meeting?	Komt u naar de bijeenkomst?
	The bus was ten minutes late.	De bus kwam tien minuten te laat.
	the summer holidays	de zomervakantie
	Don't come to the meeting!	Kom niet naar de bijeenkomst.
	He ended up in the river.	Hij is in de rivier terecht gekomen.
	Who’s the president of this country?	Wie is de president van dit land?