"the (neutral)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	The poor duckling had it very bad already.	Het arme eendje had het al heel slecht.
	the bed	het bed
	the large bed	het grote bed
	the number	het nummer
	the policy	het beleid
	the swamp	het moeras
	the company	het bedrijf
	It depends on the company.	Het hangt van het bedrijf af.
	the swamp water	het moeraswater
	the telephone number	het telefoonnummer
	Heaven knows what there was in the bed!	De hemel mag weten, wat er in het bed geweest is!
	the plan	het plan
	the village	het dorp
	the reed	het riet
	the order	het bevel
	the use	het gebruik
	the office	het kantoor
	the system	het systeem
	Give the command!	Geef het bevel!
	the largest village	het grootste dorp