"the (neutral)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the brushwood	het kreupelhout
	The goal is purely profit.	Het doel is louter winst.
	the rodent	het knaagdier
	He groped in the dark.	Hij tastte in het donker.
	the phenomenon	het verschijnsel
	the cattle feed	het veevoeder
	I tie a knot in the rope.	Ik leg een knoop in het touw.
	She did the job to her liking.	Ze deed het werk naar haar zin.
	Apologies for the inconvenience.	Excuses voor het ongemak.
	the sign of the cross	het kruisteken
	The hotel suits me just fine.	Het hotel bevalt mij prima.
	I’m used to the noise.	Ik ben gewend aan het lawaai.
	“Kill me!” Said the poor beast.	«Dood mij maar!» zei het arme beest.
	Isn’t it a beauty?	Is het geen schoonheid?
	the window frame	het raamkozijn
	the window frame	het raamkozijn
	to scare the hell out of you	de stuipen op het lijf te jagen
	The first round is on the house.	Het eerste rondje is van het huis.
	the proposed	het vooropgestelde
	the official starting gun	het officiële startschot