Nu reisde hij de hele wereld rond, om zo één te vinden, maar aan allen, die hij zag, ontbrak wat.
Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
Mooi zo.
O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
Tot zo meteen.
Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.
Ze is niet zo oud als Mary.
zo schattig
zo prettig, het boven zijn kop te laten uitspatten en op de grond te duiken.
Zo kwam hij dan weer thuis en was treurig, want hij wilde toch zo heel graag een echte prinses hebben.
zodat
zo’n
Zo kwam het aan het grote moeras, waar de wilde eenden woonden.
De kinderen groeiden zo veel.
De storm gierde zo verschrikkelijk om het eendje heen, dat het moest gaan zitten, om niet omver te waaien.
Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan.
Ze zijn niet zo goed in hun werk.
Tom is bijna zo lang als ik.