Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
My region has a rich history. Mijn gewest heeft een rijke geschiedenis.
He has a foreign car. Hij heeft een buitenlandse wagen.
The dragging of heavy boxes made him tired. Het gezeul met zware dozen maakte hem moe.
They were tired after all the dragging of luggage. Ze waren moe na al het gezeul met de bagage.
His witty remark made everyone laugh. Zijn kwinkslag deed iedereen lachen.
Life is short, you have to enjoy it! Het leven is kort, je moet er van genieten.
I felt myself being pulled towards the abyss. Ik voelde me naar de afgrond getrokken.
His eccentric behaviour drew a lot of attention. Zijn zonderlinge gedrag trok veel aandacht.
Yes, that is a turkey egg! Ja, dat is een kalkoenenei!
You’ll only embarrass yourself. Je zult jezelf alleen maar voor schut zetten.
You are all together, right? Je bent toch allemaal wel bij elkaar?
Those colors go well together. Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
She can’t resist complaining. Ze kan het niet laten om te vitten.
This project has regained momentum. Dit project heeft weer schwung gekregen.
That is the main challenge. Dat is de belangrijkste uitdaging.
What’s a sweet girl like you doing in a place like this? Wat doet een lief meisje als jij op een plaats als deze?
Lock the door before you leave. Doe de deur op slot vooraleer je vertrekt.
Can you recommend a good play? Kunt u een goed toneelstuk aanbevelen?
It was a profound change. Het was een ingrijpende verandering.
I wonder if Tom knew we had to do that. Ik vraag me af of Tom wist dat we dat moesten doen.