tweehonderdeen
Ze hebben er al een.
Ik heb het nog niet nodig.
Wie weet.
Wie is het?
waartegen
mijn kinderen
Deze kinderen zijn ook van Tom.
Ze kwam!
uit elkaar
als je goed bent
Hoe gaat het?
Hoe gaat het met je?
Gaat het goed met je?
eenentwintig
Ik ben 25.
Het is tien over acht.
Het is vijfentwintig over acht.
Ik denk het.
Dit is mijn moeder.