Hij is altijd op tijd.
Hij kauwde op zijn hamburger.
Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.
Ik ben op zoek naar een kamer met twee bedden.
Ik ben verliefd op jou.
Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.
Ik zou graag op een boerderij willen wonen.
In deze koude en in deze duisternis liep op straat een klein, arm meisje blootshoofds en barrevoets.
In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het ene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer.
In welk land is Tom op dit moment?
Internet Explorer is op kousenvoeten bezig om marktaandeel terug te winnen op de browsermarkt.
Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van het product, op functioneel en niet-functioneel vlak.
Je moet zweren op de Bijbel.
Je woont op de zesde verdieping.
Kunt u mij dat tonen op de kaart?
Maar liefst één op de drie Belgische verenigingen kampt momenteel met financiële problemen.
Mary sliep op de trein.