Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	on foot	te voet
	the bang	de knal
	the animal	het dier
	the grass	het gras
	at ten o’clock	om tien uur
	a bang	een knal
	the floor	de vloer
	the brother	de broer
	the drink	de drank
	corner of the mouth	mondhoek
	the gate	de poort
	the action	de actie
	the chase	de jacht
	the base	de basis
	the map	de kaart
	Stop! Thief!	Stop! Dief!
	bright red	knalrode
	driving ban	rijverbod
	driver’s license	rijbewijs
	the horse	het paard