Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the old woman	de oude vrouw
	one hundred and seven (107)	honderdzeven
	seven hundred (700)	zevenhonderd
	an old woman	een oude vrouw
	I’m in my car.	Ik zit in mijn auto.
	twenty-seven (27)	zevenentwintig
	24 hours	24u
	from three o’clock to five o’clock	van drie uur tot vijf uur
	from two o’clock to eight o’clock	van twee uur tot acht uur
	five hundred and seven (507)	vijfhonderdzeven
	the sitting room	de zitkamer
	I’ll be back by nine.	Ik ben tegen negen uur terug.
	one hundred and seventeen (117)	honderdzeventien
	one hundred and twenty-seven (127)	honderdzevenentwintig
	year after year	jaar na jaar
	the door	de deur
	the father	de vader
	Father’s Day	Vaderdag
	Where is his father?	Waar is zijn vader?
	Tom was my father.	Tom was mijn vader.