Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the face	het aangezicht
	a sailboat	een zeilboot
	She sang with passion.	Ze zong met hartstocht.
	the major nuisance	de grote overlast
	inspection report	keuringsverslag
	ground offensive	grondoffensief
	It defies all logic.	Het tart alle logica.
	a man in his seventies	een zeventiger
	Horses run fast.	Paarden rennen snel.
	a turning point	een keerpunt
	a collapsed lung	een klaplong
	a charging station	een laadpaal
	traffic sign	verkeersbord
	Cherish every moment.	Koester elk moment.
	the earnings	de verdiensten
	the clarification	de opheldering
	the guidance	de begeleiding
	the offence	de overtreding
	the spectator	de toeschouwer
	the stabbing	de steekpartij