Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the debts	de schulden
	the Frenchman	de Fransman
	the insulin	de insuline
	the yeast	de schimmel
	the humanity	de mensheid
	the optimist	de optimist
	the limits	de limieten
	Yanni read the menu.	Yanni las het menu.
	the champion	de kampioen
	the drinks	de drankjes
	shelf filler	vakkenvuller
	silly children	dwaze kinderen
	teaching method	leermethode
	Keep the window closed.	Hou het raam dicht.
	the servants	de knechten
	no hesitation	geen schroom
	the apostrophe	de apostrof
	a roof tile	een dakpan
	in advance	op voorhand
	the witnesses	de getuigen