Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the paintbrush	het penseel
	the article	het artikel
	the riddle	het raadsel
	a riddle	een raadsel
	full of disgust	vol walging
	the presence	het bijzijn
	the control	het bedwang
	the saying	het gezegde
	a calling	een roeping
	nuclear program	kernprogramma
	a mop	een zwabber
	the objection	het bezwaar
	a trap	een valkuil
	chamber orchestra	kamerorkest
	the continuation	het vervolg
	the handful	het handvol
	in the south	in het zuiden
	the theatre	het theater
	salmon croquettes	zalmkroketten
	expiry date	vervaldatum