Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the survey	de bevraging
	The dike is broken.	De dijk is gebroken.
	the unions	de vakbonden
	the gust of wind	de windstoot
	What is this yellow thing?	Wat is dit gele ding?
	disposable cups	wegwerpbekers
	the admirer	de aanbidder
	the pipes	de leidingen
	the drain	de afvoerput
	the exits	de uitgangen
	the incantation	de bezwering
	the headscarf	de hoofddoek
	the scenes	de taferelen
	the needs	de behoeftes
	the curtains	de gordijnen
	the grandson	de kleinzoon
	The water is rising.	Het water stijgt.
	the banana is yellow	de banaan is geel
	the colours	de kleurtjes
	the dialects	de dialecten