"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Your wish is my command.	Jouw wens is mijn bevel.
	It’s quarter past eight.	Het is kwart over acht.
	He’s well built.	Hij is goed gebouwd.
	Tom is used to the heat.	Tom is de hitte gewend.
	He’s a member of the golf club.	Hij is lid van de golfclub.
	Tom is a wizard.	Tom is een tovenaar.
	America is beautiful.	Amerika is prachtig.
	The stall at the market is busy.	De kraam op de markt is druk.
	He is so young and looks so beautiful!	Hij is zo jong en ziet er zo prachtig uit!
	He is the heir.	Hij is de erfgenaam.
	I hope it is not a drake!	Als het maar geen woerd is!
	it has not changed	het is niet veranderd
	This is worth considering.	Dit is het overwegen waard.
	The train is arriving soon.	De trein is in aantocht.
	This is a picture of my school.	Dit is een foto van mijn school.
	his favourite colour is blue	zijn favoriete kleur is blauw
	This picture was taken last year.	Deze foto is vorig jaar genomen.
	My attitude has changed.	Mijn houding is veranderd.
	See, that is true history!	Zie, dat is een ware geschiedenis!
	The owl is a bird of prey.	De uil is een roofvogel.