welnu
Ik wist wel dat je zou komen.
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Dat is wel genoeg.
Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!
Ik zou dat wel eens willen zien.
Ik zou wel een glas water willen.
ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken
ik weet wel het is hun goeie recht
en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot
“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.
“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”
Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
Je bent toch allemaal wel bij elkaar?
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
dank u wel
nu, daar zullen we wel gauw achter komen
Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
Het meer leek wel kil.