"in" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	She’s at a meeting.	Ze is in een vergadering.
	on the open sea	in open zee
	She is in Lyon.	Ze is in Lyon.
	He is in Lyon.	Hij is in Lyon.
	in the winter	in de winter
	He is in Lyon now.	Hij is nu in Lyon.
	My sister is in Lyon.	Mijn zus is in Lyon.
	in another country	in een ander land
	Are they still in Lyon?	Zijn ze nog in Lyon?
	in a small hotel	in een klein hotel
	My father is in Lyon.	Mijn vader is in Lyon.
	What’s in this box?	Wat zit er in deze doos?
	I sleep in my car.	Ik slaap in mijn auto.
	Your parents are in Lyon.	Je ouders zijn in Lyon.
	What country is Tom in right now?	In welk land is Tom op dit moment?
	Do you know anybody who works in that building?	Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?
	I often see Tom in the park.	Ik zie Tom vaak in het park.
	Mary spends hours in the bathroom.	Mary brengt uren in de badkamer door.
	Answer in English.	Antwoord in het Engels.
	as the crow flies	in vogelvlucht