de kapstok
meubelfabriek
Is er een TV in de kamer?
de bijkeuken
de huurprijs
Ik lunch meestal thuis.
Ik blijf vandaag thuis.
eigendomsrechten
benedenverdieping
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
de tweede verdieping
een deur op een kier
De kapstok staat in de gang.
Tom gaat zijn huis verliezen.
Het huis begon te trillen.
Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
Enige kinderen kwamen de tuin inlopen
Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.