boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
Maar lieve hemel!
maar toch liep het er hoog mee, zoals het nog nooit ergens mee gedaan had
Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in de koude morgenstond het arme meisje met rode wangen en met een glimlach om de lippen
maar er kwamen geen eieren
maar van een zwaan
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
Maar ze zei niets, ging naar de slaapkamer, lichtte alle bedden op en legde een erwt op de onderlagen van het ledekant neer; daarop nam zij twintig matrassen en legde deze op de erwt, en toen nog twintig donzen bedden op de matrassen.
Maar dat doet er niet toe!
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
Maar zij zullen mij doden, omdat ik, die zo lelijk ben, mij in hun nabijheid durf wagen
Maar al de nood en de ellende, welke het eendje in die strenge winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn.
Maar wat zag het nu in het heldere water?
maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner
Maar er is geen huis met je te houden, en het is alles behalve plezierig, met jou om te gaan
Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.
Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
Zou het misschien een kalkoens kuikentje zijn?
Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?