’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!
Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
Zij keek hem doordringend aan.
Ze waren aan het slapen.
we hebben nood aan samenhorigheid
We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.
Wat is er aan de hand?
Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
Twee sjofel uitziende tovenaars staarden hem aan.
Twee robotten doen met veel overgave aan paaldansen.
Tom zit nog steeds aan zijn bureau.
Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.
Tom is aan het winkelen in het winkelcentrum.
Toen hij het eendje zag, ging hij er heen, trapte het ijs met zijn klomp aan stukken en bracht het dier naar zijn vrouw toe
Nu reisde hij de hele wereld rond, om zo één te vinden, maar aan allen, die hij zag, ontbrak wat.
Mijn huis is aan de andere kant van de rivier.
Kunnen we aan het raam zitten?
Ik geef de voorkeur aan de zwarte.
Ik ben thee aan het zetten.
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.