Understand spoken Dutch

"as" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
She looked both angry and worried. Ze keek zowel nijdig als bezorgd.
There is also such a thing as coincidence. Er bestaat ook zoiets als toeval.
Yanni smoked like a chimney. Yanni rookte als een schoorsteen.
motionless as a statue roerloos als een standbeeld
I wish I’d been born Canadian. Was ik maar als Canadees geboren.
My father’s hobby is growing roses. Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
The old barn serves as shelter for the animals. De oude schuur dient als beschutting voor de dieren.
Please wrap it like a Christmas present. Wikkel het als een kerstcadeau, alsjeblieft.
This guy lives simply as a doctor, not as a hero or a martyr. Deze man leeft gewoon als een dokter, niet als een held of een martelaar.
Creation is making something new as the created result. Schepping is het maken van iets nieuws als het geschapen resultaat.
It was a warm, bright flame, like a light, as she held her hands over it. Het was een warme, heldere vlam, als een lichtje, toen zij er haar handen bovenhield.
Shivering with cold and hunger, the poor little girl crept along as the picture of pitty and misery. Sidderend van koude en honger sloop de arme kleine voort als een beeld van jammer en ellende!
The duckling expressed as his opinion, that it could be different, but the chicken was not able to do that. Het eendje gaf als zijn mening te kennen, dat het toch ook wel eens anders zou kunnen zijn maar dat kon de kip niet velen.
a memory like a sieve een geheugen als een zeef
both private and business zowel privé als zakelijk
You look like your father. Je ziet eruit als je vader.
He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself. Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
We ate sandwiches for breakfast. We aten sandwichen als ontbijt.
She aspired to a job as a journalist. Ze ambieerde een job als journalist.
His fame as a reviewer continued to grow. Zijn faam als recensent werd almaar groter.