Understand spoken Dutch

Animals Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Some fish fly. Sommige vissen vliegen.
The guinea pig is a rodent. De cavia is een knaagdier.
a sweet, small, black kitten een lief, klein, zwart katje
Sheep graze on the heath. Schapen grazen op de heide.
I’ve got a frog in my throat. Ik heb een kikker in mijn keel.
Human beings are social creatures. Mensen zijn sociale wezens.
a big, fat earwig een grote, dikke oorwurm
I like to eat fried eel. Ik eet graag gebakken paling.
a branch that was as thick as a python een tak die zo dik was als een python
The sheep has a soft coat. Het schaap heeft een zachte vacht.
The horses are drinking from the water trough. De paarden drinken uit de watertrog.
The gamekeeper saw a deer in the forest. De jachtopziener zag een hert in het bos.
Tom was attacked by a lion. Tom werd aangevallen door een leeuw.
Cows and horses stand in the meadow in the summer. Koeien en paarden staan ’s zomers in de wei.
I cannot distinguish a frog from a toad. Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.
They saw him and rushed towards him with clapping wings. Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.
no longer that of a cumbersome, grey, ugly bird niet meer die van een logge, grauwe, lelijke vogel
The old barn serves as shelter for the animals. De oude schuur dient als beschutting voor de dieren.
He actually had to turn a beetle into a button. Hij moest eigenlijk een kever in een knoop veranderen
“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left. “Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.