Animals Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	There were a lot of mosquitoes.	Er waren veel muggen.
	The bear is a large animal.	De beer is een groot dier.
	A tortoise is slow.	Een schildpad is traag.
	The horse jumped over the fence.	Het paard sprong over het hek.
	snake charmer	slangenbezweerder
	the hunting dogs	de jachthonden
	the rodent	het knaagdier
	Owls hunt at night.	De uilen jagen ’s nachts.
	the cattle feed	het veevoeder
	There’s a spider in the bathroom.	Er is een spin in de badkamer.
	“Kill me!” Said the poor beast.	«Dood mij maar!» zei het arme beest.
	The lion is the king of the jungle.	De leeuw is de koning van de jungle.
	Owls hunt mainly at night.	Uilen jagen vooral ’s nachts.
	a beautiful, yellow-brown bird	een fraaie, geelbruine vogel
	This cloud has the shape of a fish.	Deze wolk heeft de vorm van een vis.
	vegetables, fruit, meat, fish and dairy	groenten, fruit, vlees, vis en zuivel
	Snails enjoy eating green leaves.	Slakken eten graag groene bladeren.
	And the other children rejoiced with him	En de andere kinderen jubelden mee
	And the other swans bowed before him.	En de andere zwanen bogen zich voor hem.
	Dragons are dangerous creatures.	Draken zijn gevaarlijke wezens.