Ik ben een Brits staatsburger.
Ik ben een Canadees staatsburger.
Ik ben de kampioen van mijn provincie.
Maar zij zullen mij doden, omdat ik, die zo lelijk ben, mij in hun nabijheid durf wagen
“Goddank!” zei het eendje met een zucht; “ik ben zo lelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijten.”
“Die strekt zich nog ver aan de andere kant van het geboomte uit, tot aan de tuin van de pastoor; maar daar ben ik nog nooit geweest.”
“Ik ben ook eens zo beetgenomen en had toen heel wat werk met mijn jongen, want zij waren bang voor het water!”
Ik ben duizelig.
Ik ben vervelend.
Ik ben verkracht.
Ik ben geen separatist.
Ik ben doodsbang van honden
Ik ben serieus ontgoocheld.
Ik ben gewoon zeer moe en loom de laatste tijd.
Ik ben een Amerikaans staatsburger.
Ik ben een Australisch staatsburger.
Desalniettemin ben ik ontzettend trots.