Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	It rained the whole day.	De regen hield de hele dag aan.
	Why do you not believe Tom?	Waarom geloof je Tom niet?
	This isn’t my umbrella.	Het is niet mijn paraplu.
	I wasn’t born yesterday.	Ik ben heus niet van gisteren.
	How do I get to the centre?	Hoe kom ik bij het centrum?
	Tell me more about yourself.	Vertel me meer over jezelf.
	This is what he was looking for tonight.	Dit is wat hij zocht vanavond.
	I can’t drink wine anymore.	Ik kan geen wijn meer drinken.
	When do the shops open?	Wanneer gaan de winkels open?
	Don’t let anyone know I’m here.	Vertel niemand dat ik hier ben.
	We were just being honest.	We waren alleen maar eerlijk.
	When does the performance begin?	Wanneer begint het optreden?
	It was a pleasure and have a good trip!	Graag gedaan en nog een goede reis!
	I know it’s their good right	ik weet wel het is hun goeie recht
	Aren’t you going to introduce us?	Ga je ons niet voorstellen?
	By the way, I’m free tonight.	Trouwens, ik ben vanavond vrij.
	Tell me something about yourself.	Vertel mij eens iets over jezelf.
	I can’t find my umbrella.	Ik kan mijn paraplu niet vinden.
	I heard him speak English often.	Ik hoorde hem vaak Engels spreken.
	Tom has less clothes than Mary.	Tom heeft minder kleding dan Mary.