"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a husband	een echtgenoot
	through a haze of rain	door een waas van regen
	Do you often wear a hat?	Draag je vaak een hoed?
	a commitment	een toezegging
	a revelation	een openbaring
	Can you recommend a bar?	Kun je een bar aanbevelen?
	a white swelling	een witte zwelling
	A raven is as black as coal.	Een raaf is zwart als kool.
	There’s a hole in your shirt.	Er zit een gat in je shirt.
	a van	een bestelwagen
	a tangle of colours	een wirwar van kleuren
	She has a scar.	Ze heeft een litteken.
	a broom cupboard	een bezemkast
	This is a better way.	Dit is een betere manier.
	He made a statue from wax.	Hij maakte een beeld van was.
	A candle is made of wax.	Een kaars is gemaakt van was.
	He is a cheater.	Hij is een bedrieger.
	a conviction	een veroordeling
	She has a chubby cat.	Ze heeft een mollige kat.
	a long measuring tape	een lang meetlint