Understand spoken Dutch

"a" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I want a dish with beef. Ik wil een gerecht met rundsvlees.
That was a fright for the poor duckling. Dat was een schrik voor het arme eendje.
my father works in a supermarket mijn vader werkt in een supermarkt
Tom drank a glass of white wine, and so did Mary. Tom dronk een glas witte wijn, net als Mary.
He has a foreign car. Hij heeft een buitenlandse wagen.
I gave him a poke to get his attention. Ik gaf hem een por om zijn aandacht te krijgen.
Yes, that is a turkey egg! Ja, dat is een kalkoenenei!
a theater association een toneelvereniging
What number should I call in case of an accident? Welk nummer moet ik bellen bij een ongeval?
Can you recommend a good play? Kunt u een goed toneelstuk aanbevelen?
It was a profound change. Het was een ingrijpende verandering.
Tom is a potato farmer. Tom is een aardappelboer.
a counter-indication een tegenaanwijzing
Tom can make me feel better after a bad day. Tom kan me beter doen voelen na een slechte dag.
Tom is throwing a party next Saturday. Tom geeft volgende week zaterdag een feestje.
Here an old woman lived with her cat and her chicken. Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
The violin is a string instrument with four strings. De viool is een snaarinstrument met vier snaren.
Where is an ATM? Waar vind ik een geldautomaat?
What’s a sweet girl like you doing in a place like this? Wat doet een lief meisje als jij op een plaats als deze?
I need a toothbrush. Ik heb een tandenborstel nodig.