Understand spoken Dutch

"a" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I try to swim a kilometer a day. Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
This shoe polish gives a nice shine. Deze schoensmeer geeft een mooie glans.
I don’t think that was a wise decision. Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was.
Can you recommend a restaurant with a good view? Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
Early in the morning, a farmer passed by. ’s Morgens vroeg kwam er een boer voorbij.
Behind that green car is a red trailer. Achter die groene auto hangt er een rode aanhangwagen.
a suicide note een afscheidsbrief
The customer insisted on a quick solution. De klant heeft aangedrongen op een snelle oplossing.
I think what you just told me was a lie. Ik denk dat hetgeen wat je me juist verteld hebt een leugen was.
Silence is golden, but not when trying to learn a foreign language. Zwijgen is goud, maar niet als je een vreemde taal tracht te leren.
No one had bought any from her the whole day, nor had anyone given her even a penny. Niemand had er de hele dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.
a Center for Adult Education een Centrum voor Volwassenenonderwijs
No one had bought one from her all day, no one had even given her alms. Niemand had er den heelen dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.
Can you arch your back, or purr, or throw out sparks? Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
In the United States, there is a census every ten years. In de Verenigde Staten vindt iedere tien jaar een volkstelling plaats.
In an old apron she carried a whole supply of matchboxes, one of which she held in her hand. In een oud schort droeg zij een heelen voorraad lucifersdoosjes, en een daarvan hield zij in de hand.
Have you not come into a warm room and don’t you have a company from which you can learn something? Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
In an old apron she carried a number of matchboxes, she was holding one of them in her hand. In een oud schort droeg zij een hele voorraad lucifersdoosjes, en een daarvan. hield zij in de hand.
an onion een ui
a lettuce een sla