"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a mistake	een vergissing
	through a haze of rain	door een waas van regen
	Do you often wear a hat?	Draag je vaak een hoed?
	Can you recommend a bar?	Kun je een bar aanbevelen?
	She has a scar.	Ze heeft een litteken.
	a conviction	een veroordeling
	a long measuring tape	een lang meetlint
	A fly fell into the milk.	Er viel een vlieg in de melk.
	Repeat once more.	Herhaal dit nog een keer.
	Can you recommend a good bar?	Kun je een goede bar aanbevelen?
	a door ajar	een deur op een kier
	a pub, a lady on a bike	een kroeg, een juffrouw op de fiets
	a serving hatch	een doorgeefluik
	That was a difficult test.	Dat was een moeilijke test.
	Rain is a type of precipitation.	Regen is een vorm van neerslag.
	Can I just pay a fine now?	Kan ik gewoon nu een boete betalen?
	Tom is the son of a priest.	Tom is de zoon van een priester.
	a bit too obvious	een beetje erg doorzichtig
	half a sweet shop	een halve snoepwinkel
	I’ll show you a few pictures.	Ik zal je een paar foto’s laten zien.