Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"a" Practice Lesson
"a" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
a grandmother
een grootmoeder
I want a dish with fish.
Ik wil een gerecht met vis.
I want a dish containing chicken.
Ik wil een gerecht met kip.
I want a dish containing bread.
Ik wil een gerecht met brood.
I want a dish containing eggs.
Ik wil een gerecht met eieren.
She’s at a meeting.
Ze is in een vergadering.
Yanni too has a wife and child.
Ook Yanni heeft een vrouw en kind.
a main course
een hoofdgerecht
How about a steam bath?
Wat denk je van een stoombad?
My daughter has a good teacher.
Mijn dochter heeft een goede leraar.
I have a meeting today.
Ik heb vandaag een vergadering.
I have a car, but I almost never use it.
Ik heb een auto maar ik gebruik hem bijna nooit.
The teacher gave us a new assignment for math.
De leraar gaf ons een nieuwe opdracht voor wiskunde.
a sea
een zee
a sister
een zus
a box
een doos
a hotel
een hotel
a little help
een beetje hulp
a beautiful dog
een mooie hond
a red cross
een rood kruis
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
7
Page
8
Page
9
Page
10
Current page
11
Page
12
Page
13
Page
14
Page
15
…
Next page
Next ›
Last page
Last »