"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I don’t think anyone would want to read this book a second time.	Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
	a wood	een hout
	a thief	een dief
	a fire	een brand
	an apple	een appel
	a space	een ruimte
	a night in jail	een nacht in de cel
	a small fire	een kleine brand
	a new start	een nieuwe start
	I make a choice.	Ik maak een keuze.
	a television	een televisie
	They have an apple.	Ze hebben een appel.
	a prison sentence	een celstraf
	I take a bath every night.	Ik neem elke avond een bad.
	several years ago	een aantal jaar geleden
	a six-year-old boy	een zes jaar oude jongen
	a regional road	een gewestweg
	a razor	een scheermes
	It’s a beautiful region.	Het is een prachtig gewest.
	a shopping centre	een winkelcentrum