Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
Het eendje gaf als zijn mening te kennen, dat het toch ook wel eens anders zou kunnen zijn maar dat kon de kip niet velen.
het eendje moest voortdurend zijn poten gebruiken, opdat het gat niet geheel dicht zou gaan
Het liep over veld en weiden; maar er woei zulk een hevige storm, dat het werk had om op zijn poten te blijven staan.
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
het zag daarin zijn eigen beeltenis
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend
Hij balde zijn vuist.
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
Hij kauwde op zijn hamburger.
Hij ligt nog steeds op intensieve zorg met een hersenbloeding en een breuk in zijn schedel.
Hij nam zijn boeken bij elkaar.
Hij rende naar de keuken en voelde zijn maag driemaal omkeren.
Hij schudt zijn hoofd.
Hij sneed zijn huid open.
hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit
Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.
hij wreef over zijn kin
Hij zocht zijn sleutels.
Ik denk dat Tom in zijn tuin is.