Deze laptop is van mij.
Straks is onze zus bij ons.
Tom woont in dit gebied.
Je begrijpt dat toch?
Tom woont vlak naast ons.
Welke talen spreekt u?
Ze spreekt geen Frans.
Water is een bron van leven.
Dat wordt afgeraden.
Hij kan honkballen.
Yanni weet dat hij klaar is.
Begrijpt iedereen het?
Het water van het meer is schoon.
daar heeft niemand baat bij
Is hij een leerkracht?
Je moet ergens beginnen.
Brood wordt van meel gemaakt.
Niemand gaat dit geloven.
Wie is kleiner, Tom of Mary?
Ze houdt heel erg van katten.