Bovendien kan hij Hebreeuws lezen.
Ik heb geprobeerd het je te zeggen.
Denk na vooraleer je je mond opendoet.
Ik heb een aanzienlijk vermogen geërfd.
Ik heb iets geleerd vandaag, dankzij jou.
Ik versta u niet, het is hier te rumoerig.
Je moet een boek niet op het omslag beoordelen.
Ik ben het eens met de stelling van de auteur.
Ik ben toevallig een vrij goede schaker.
Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
Heb je voorzieningen getroffen?
Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
Ik heb je van tevoren gewaarschuwd.
Zelfs als je moe bent, moet je doorzetten.
Ik ben een Amerikaans staatsburger.
Kan u een traveller’s check wisselen?
Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
Ik kan hetgeen je deed niet goedkeuren.
Ik weet zeker dat Tom het je ooit zal uitleggen.
Hoe kan ik mijn onderkin verminderen?