Water is vreemd spul.
Ik heb hoofdpijn.
Liefde kan blind zijn.
De schildpad stierf.
Yanni is schuldig.
knippen en plakken
Onze botten zijn wit.
Kun je een bar aanbevelen?
Ik vond de test lastig.
Waar komt u vandaan?
Waar kom je vandaan?
Bevalt zijn nieuwe baan?
Ik blijf vandaag thuis.
Kan u geld wisselen?
Hij dronk gif en stierf.
Tom dronk meer dan Mary.
Ze vinden me niet leuk.
De kraam op de markt is druk.
De oorlog eindigde.
Ik heb geen toekomst.