de kinderen liepen elkaar omver, om het eendje te pakken
Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was.
Ik geef je het bevel onmiddellijk te vertrekken.
’s Morgens vroeg kwam er een boer voorbij.
We waren zo opgewonden dat we niet stil konden zitten.
Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken
Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.
In welke mate ga je akkoord met volgende beweringen?
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
We hebben meer overeenkomsten dan verschillen.
En de moeder zeide: “Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waart!”
In dit woord valt de klemtoon op de laatste lettergreep.
De klemtoon ligt op de eerste lettergreep van dat woord.
Ze is echt nijdig dat ze geen loonsverhoging heeft gekregen.
Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.
Door een storm is het vliegtuig niet kunnen vertrekken.
Ik denk dat hetgeen wat je me juist verteld hebt een leugen was.
Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden.
De school heeft heldere richtlijnen voor gedrag in de klas.