Ik heb een tandenborstel nodig.
Wat doet Jan in de meubelfabriek?
Hij is de nieuwe situatie rap gewoon geworden.
Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.
Ik ken mijn dochter beter dan wie dan ook.
We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.
Ik weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren.
Ik vraag me af of Tom kleurenblind is.
Tom is aan het verdrinken.
“Geloof mij, het is een kalkoenenei!”
Is er een geldautomaat in de buurt?
Een dwaas en zijn geld worden snel gescheiden.
Op zaterdagavond gaat hij naar zijn favoriete kroeg.
We zouden niet zo vaak de draak met hem moeten steken.
Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
Tom is niet zoals andere jongens van zijn leeftijd.
De tentoonstelling was erg interessant.
Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
De heraanleg van het park zal enkele maanden duren.
Het plan moet nu nog goedgekeurd worden.