met boerenbloemen en een heg
het gerst
de borstel
tandenborstel
de boerderijen
het vee, de boerderijen
Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
De kip had korte, lage poten, en daarom werd zij juffrouw Kortbeen genoemd
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
de mest
het hooi
mestkever
veevoeder
het voeder
de meelton
het botervat
de boerenhut
Wat doe je met die mest?
de korenvelden
ze gooiden brood en gerst in het water