de kip
een kip
Eet je graag kip?
Ze kocht een kip.
Ik wil een gerecht met kip.
de bruine kip
de kippen
“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.
de kar
de weiden
De kip kwam overeind.
de heg
het vee
de boeren
boerenbloemen
boeren kinderen
op de kar springen
waarop een kerk, een kar met paard
met boerenbloemen en een heg
het gerst