Het was leuk in Boston.
Tom helpt nooit in de keuken.
zei de vrouw en keek in de rondte
Tom en Mary wonen in dezelfde stad.
Wanneer komt deze bus aan in Brussel?
Tom en Mary wonen in dezelfde staat.
Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
Antwoord in het Nederlands.
Geloof je in liefde?
Maar wat zag het nu in het heldere water?
Tom is aan het winkelen in het winkelcentrum.
in de lente
Het gras in de tuin is groen.
Tom woont hier niet in de buurt.
in te schrijven
Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.
“Maar het is zo prettig, in het water te zwemmen,” zei het eendje
als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen
“Wat is de wereld toch groot!” zeiden al de jongen; want nu hadden zij heel wat meer plaats dan in het ei.
in de herfst