"in" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	My mother is in the kitchen.	Mijn moeder staat in de keuken.
	Put yourself in my position.	Ga eens in mijn schoenen staan.
	Heaven knows what there was in the bed!	De hemel mag weten, wat er in het bed geweest is!
	on the open sea	in open zee
	I often see Tom in the park.	Ik zie Tom vaak in het park.
	Tom has a knife in his hand.	Tom heeft een mes in zijn hand.
	Do you know anybody who works in that building?	Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?
	What did she buy at the shop?	Wat heeft ze in de winkel gekocht?
	Today I’ve learned something about home education in the Netherlands.	Vandaag heb ik iets geleerd over het thuisonderwijs in Nederland.
	Answer in English.	Antwoord in het Engels.
	as the crow flies	in vogelvlucht
	in the summer	in de zomer
	Go play in your room.	Ga in je kamer spelen.
	in the United States	in de Verenigde Staten
	I have never been to the United States.	Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
	to be in shape	in vorm zijn
	to stay in shape	in vorm blijven
	in the first month	in de eerste maand
	What’s in this box?	Wat zit er in deze doos?
	What’s in these boxes?	Wat zit er in deze dozen?