borg staan voor
het plafond
de eigendom
enkele ruiten
de kapstok
meubelfabriek
Ze spelen in het erf.
op het plafond
Is er een TV in de kamer?
de bijkeuken
de zwarte spiegel
Waar is de spiegel?
de huurprijs
Ik lunch meestal thuis.
Ik blijf vandaag thuis.
eigendomsrechten
benedenverdieping
het lichtblauwe plafond
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
de tweede verdieping