Understand spoken Dutch

Flowers Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
There are no roses without thorns.

Er zijn geen rozen zonder doornen.

I am allergic to pollen.

Ik ben allergisch voor stuifmeel.

Snails enjoy eating green leaves.

Slakken eten graag groene bladeren.

Plants need nitrogen for their growth.

Planten hebben stikstof nodig voor hun groei.

till the sunshine came into the room through the open door

daar drong de zonneschijn in het huisje door

and on the sideboard with plastic roses

en d’r dressoir met plastic rozen

My father’s hobby is growing roses.

Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.

The most beautiful flowers bloom at the edge of the ravine.

Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen.

the tulip

de tulp

the thorns

de dorens

invasive plants

woekerplanten

the seedlings

de zaailingen

This plant is edible.

Deze plant is eetbaar.

I can smell flowers.

Ik kan bloemen ruiken.

lily of the valley

lelietje van dalen

Caterpillars often crawl on leaves.

Rupsen kruipen vaak op bladeren.

Bees help plants spread their pollen.

Bijen helpen planten hun stuifmeel te verspreiden.

The difference between a flower and a weed is just judgement.

Het verschil tussen een bloem en onkruid, is slechts een oordeel.

In the spring the dandelions grow and bloom profusely.

In de lente groeien en bloeien de paardenbloemen welig.

And now all the little ducks hurried, as much as they could, and they emerged from the eggs and looked everywhere under the green leaves; and the mother let them look, as much as they wanted; because green is good for the eyes.

En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.