Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1457) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (356) H (898) I (1474) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (775) Q (29) R (465) S (1572) T (6278) U (137) V (119) W (923) X (4) Y (314) Z (14)
English Dutch Recording Learn
the ribs

de ribben
the rice

de rijst
the ridge

de nok
the right

het recht
the right access

de juiste toegang
the right to vote

het stemrecht
the rights

de rechten
the ring

de ring
the ringing ears; the tinnitus

het oorsuizen
the riot

de rel
the rioters

de relschoppers
The rising costs of guaranteeing operation are not compensated by rising income.

De stijgende kosten om de uitbating te garanderen, worden niet gecompenseerd door stijgende inkomsten.
the risk

het risico
the risks

de risico's
the risks are of an all-or-nothing nature

de risico’s zijn van de aard alles-of-niets
the river

de rivier
The river is too deep.

De rivier is te diep.
the road

de weg
The road to destruction is wide.

De weg naar de vernietiging is breed.
The road was blocked due to a pile-up.

De weg was geblokkeerd door een kettingbotsing.
The road was completely blocked.

De weg was volledig versperd.
the roads

de wegen
the roadside

de berm
the roadway

de rijbaan
the roast goose

het ganzengebraad
the robe

het gewaad
the robots

de robotten
the rock

de rots
the rodent

het knaagdier
the role

de rol
the roof

het dak
the room

de kamer
The room was so dark that we had to feel our way to the door.

De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
the room; hall

de zaal
the rooms

de kamers
the root word

het grondwoord