Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1489) B (651) C (1083) D (751) E (473) F (601) G (368) H (935) I (1558) J (111) K (71) L (452) M (639) N (339) O (355) P (780) Q (29) R (472) S (1594) T (6374) U (139) V (120) W (1007) X (4) Y (322) Z (14)
English Dutch Recording Learn
a crowd control barrier een dranghek
a crumpet een beschuitbol
a cumbersome way of doing things een omslachtige manier van doen
a cup of tea een kop thee
a curse een vervloeking
a cyclist een fietser
a dam een dam
a dangerous situation een hachelijke situatie
a dark and sad day een donkere en trieste dag
a dark forest een donker bos
a dark patchwork of fields and trees een donkere lappendeken van velden en bomen
A daughter is a person of the female gender in relation to one or two parents. Een dochter is een persoon van het vrouwelijk geslacht in relatie tot een of twee ouders.
a declaration een aangifte
a decrease een afname
a delicious cake een heerlijke taart
a desk een bureau
a different opinion een andere mening
a dirt road through the grain een zandweg tussen koren door
a disaster een ramp
a disease of the connective tissue een aandoening van het bindweefsel
a dish of cold meats een schotel koud vlees
A dismissed employee can receive monetary compensation. Een ontslagen werknemer kan een financiële vergoeding ontvangen.
a disorder een stoornis
a disputable penalty een betwistbare strafschop
a distorted image een vertekend beeld
a divorce een echtscheiding
a donation een schenking
a door ajar een deur op een kier
a draft regulation een ontwerpregeling
a dragon een draak
a drawer een la
a driver’s license een rijbewijs
a driving ban een rijverbod
a drowning man een drenkeling
a dull thud een doffe plof
a dull thump een doffe dreun