Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1457) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (356) H (898) I (1474) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (775) Q (29) R (465) S (1572) T (6278) U (137) V (119) W (923) X (4) Y (314) Z (14)
English Dutch Recording Learn
a proper pronunciation

een behoorlijke uitspraak

A protest against the return of Afghans.

Een protest tegen het terugsturen van Afghanen.

a pub, a lady on a bike

een kroeg, een juffrouw op de fiets

a public tender

een openbare aanbesteding

a punishment

een afstraffing

a punishment

een straf

a pure affliction

een pure kwelling

a pure heart

een zuiver hart

a purple wax seal

een paarse lakzegel

a question

een vraag

A quick jerk of the wheel saved us.

Een snelle ruk aan het stuur redde ons.

a quick mention

een snelle vermelding

a quiver with arrows

een koker met pijlen

a ragged robe

een haveloos gewaad

a raven

een raaf

A raven is as black as coal.

Een raaf is zwart als kool.

a razor

een scheermes

a real revolution

een echte omwenteling

a real trick question

een echte strikvraag

a recommendation

een aanbeveling

A reconstruction of an eventful day.

Een reconstructie van een bewogen dag.

a red wine

een rode wijn

a reflection

een weerspiegeling

a reflection of society

een weerspiegeling van de maatschappij

a regional road

een gewestweg

a rejection

een verwerping

a relative

een bloedverwant

a relief

een opluchting

a replacement list

een vervangende lijst

a request

een aanvraag

a residential tower

een woontoren

A resounding silence fell.

Er viel een galmende stilte.

a resounding success

een doorslaand succes

a riddle; a mystery

een raadsel

a ridiculous story

een potsierlijk verhaal

a righteous person

een rechtschapen mens