Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - N

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)
Dutch Recording English Learn

navel

belly button; navel

navigatie

navigation

navigatieverlichting

navigation lights

Navigatieverlichting is essentieel voor veilige scheepvaart ’s nachts.

Navigation lighting is essential for safe shipping at night.

nazi’s

Nazis

nederig

humble

nederig en bescheiden

humble and modest

nederige

humble (long form)

nederigheid

humility

Nederigheid levert vaak meer op dan trots.

Humility often achieves more than pride.

nederlaag

defeat

Nederland

The Netherlands

Nederlands

Dutch

Nederlandse

Dutch

nederzetting

settlement

nederzettingen

settlements

nee

no

Nee, alleen koud water.

No, only cold water.

Nee, het is geen kalkoen.

No, it’s not a turkey.

Nee, ik ken de les niet.

No, I don’t know the lesson.

Nee, ik versta je niet.

No, I don’t understand you.

Nee, maar we hebben wel een grote zolder.

No, but we do have a large attic.

neef

cousin (male)

neefje

nephew

neem

take

Neem alstublieft hier plaats.

Please have a seat here.

Neem wat pizza.

Have some pizza.

Neem wraak.

Take revenge.

Neem zoveel als je hart begeert.

Take as much as your heart desires.

neemt

takes (3rd person singular)

neemt ontslag

resigns

neen

no (emphatic)

Neen, Maria is niet mijn stiefzuster, zij is mijn halfzuster.

No, Mary isn’t my stepsister, she’s my half sister.

neer

to shoot down (1st part)

neer

sat down (part 2)

neer

put down (part 2)