Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)
Dutch Recording English Learn

de omschakeling

the switchover

de omsingeling

the encirclement

De omslag van het boek is erg kleurrijk.

The cover of the book is very colorful.

De omslag van het boek trok mijn aandacht.

The cover of the book caught my attention.

De omstandigheden zijn veranderd.

Circumstances have changed.

de omvang

the size

de omweg

the detour

de omzet

the turnover

de omzetgroei

the sales growth

de onbeantwoorde vragen

the unanswered questions

de onbekende

the unknown; stranger

de onderdompeling

the immersion

De onderdrukking van vrouwen is nauw verbonden met kapitalistische uitbuiting.

The oppression of women is closely linked to capitalist exploitation.

de onderhandeling

the negotiation

De onderhandeling was succesvol.

The negotiation was successful.

de onderhandelingen

the negotiations

de ondernemer

the entrepreneur

de onderneming

the company; the business

de ondernemingen

the companies

de onderscheiding

the honour

de onderzoeken

the studies

de onderzoekers

the researchers

de ongerustheid

the anxiety

de ontbering

the hardship

de ontberingen

the hardships

De ontdekking had een ingrijpende invloed.

The discovery had a profound impact.

De onteerde soldaat werd uit het leger gezet.

The disgraced soldier was expelled from the army.

de onthulling

the unveiling

de ontsnapping

the escape

de ontsteker

the detonator

de ontsteking

the inflammation

de ontsteltenis

the consternation

De ontsteltenis was duidelijk merkbaar.

The consternation was clearly noticeable.

de ontucht

the fornication

de ontvangst

the reception

de ontvoerder

the abductor